Dutch

Detailed Translations for onbevlektheid from Dutch to German

onbevlektheid:

onbevlektheid [znw.] noun

  1. onbevlektheid (kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid; onbezoedeldheid)
    die Keuschheit; die Unbeflecktheit

Translation Matrix for onbevlektheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Keuschheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid
Unbeflecktheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid

Related Words for "onbevlektheid":


onbevlekt:


Translation Matrix for onbevlekt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
blütenweiß onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos hagelwit; helderwit; sneeuwwit; uiterst wit
einwandfrei onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos absoluut; beslist; brandschoon; correct; foutloos; gaaf; goed; juist; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onweerlegbaar; perfect; perfekt; precies; puntgaaf; ronduit; smetteloos; stellig; vast en zeker; vlekkeloos; volmaakt; zeker
fehlerfrei onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; correct; feilloos; foutloos; gaaf; heel; ideaal; intact; keurig; loepzuiver; maagdelijk; onaangeraakt; onberispelijk; onbesproken; ongerept; patent; perfect; puur; smetteloos; uitmuntend; uitstekend; virginaal; vlekkeloos; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
fleckenlos onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; correct; hygienisch; keurig; kuis; onberispelijk; onbesproken; rein; schoon; smetteloos; vlekkeloos; zuiver
frisch onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos bezet; bloeiend; doodgemoedereerd; doodkalm; druk; drukbezet; eigentijds; fleurig; florissant; fris; frisjes; geagiteerd; hedendaags; hooggekleurd; kleurig; kleurrijk; koel; levendig; luchtig; modern; nieuw; nieuwbakken; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; ongebruikt; ongeopend; verhit; vers; versgebakken
jungfraulich kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
keusch onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gekuist; kuis; net; rein; schoon
makellos onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; correct; gaaf; keurig; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; puntgaaf; smetteloos; vlekkeloos
rein onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos cru; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; natuurlijk; net; netjes; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onverzwakt; openlijk; proper; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
sauber onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygienisch; hygiënisch; klinkklaar; kuis; manierlijk; netjes; onvermengd; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rechttoe; rein; schoon; smetteloos; vlekkeloos; welvoeglijk; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
schneeweiß onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos doodsbleek; hagelwit; helderwit; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; uiterst wit; wit
unbefleckt onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; onbezoedeld; ongerept; puur; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver
unberührt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver emotieloos; gaaf; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; koelbloedig; liefdeloos; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongerept; ongevoelig; onverschillig; onverzwakt; puur; virginaal; zielloos; zuiver
unschuldig onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos onschuldig; schuldeloos; schuldloos

Related Words for "onbevlekt":