Summary
Dutch to German: more detail...
- ontleden:
-
Wiktionary:
- ontleden → zergliedern, analysieren
- ontleden → sezieren, analysieren, auflösen, zergliedern, zerlegen, untersuchen, auswerten, dissoziieren, in seine Teile zerlegen, in Einzelteile erlegen, auseinander nehmen
Dutch
Detailed Translations for ontleden from Dutch to German
ontleden:
-
ontleden (analyseren)
-
ontleden (anatomiseren; uit elkaar nemen)
Conjugations for ontleden:
o.t.t.
- ontleed
- ontleedt
- ontleedt
- ontleden
- ontleden
- ontleden
o.v.t.
- ontleedde
- ontleedde
- ontleedde
- ontleedden
- ontleedden
- ontleedden
v.t.t.
- heb ontleden
- hebt ontleden
- heeft ontleden
- hebben ontleden
- hebben ontleden
- hebben ontleden
v.v.t.
- had ontleden
- had ontleden
- had ontleden
- hadden ontleden
- hadden ontleden
- hadden ontleden
o.t.t.t.
- zal ontleden
- zult ontleden
- zal ontleden
- zullen ontleden
- zullen ontleden
- zullen ontleden
o.v.t.t.
- zou ontleden
- zou ontleden
- zou ontleden
- zouden ontleden
- zouden ontleden
- zouden ontleden
en verder
- ben ontleden
- bent ontleden
- is ontleden
- zijn ontleden
- zijn ontleden
- zijn ontleden
diversen
- ontleed!
- ontleedt!
- ontleden
- ontledend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
ontleden (analyse; analyseren)
Translation Matrix for ontleden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Analyse | analyse; analyseren; ontleden | analyse |
analysieren | analyse; analyseren; ontleden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
analysieren | analyseren; anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen | parseren |
auseinandernehmen | anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen | kraken; losbreken; neerslaan; omslaan; onderuithalen; openbreken; vloeren |
sezieren | anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen | |
zergliedern | analyseren; anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen | |
zerlegen | analyseren; anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen | aan stukken snijden; afbreken; beëindigen; desintegreren; ergens uitscheuren; forceren; iets afbreken; kapot scheuren; ontbinden; opheffen; ruineren; scheiden; slopen; splitsen; stukmaken; stuksnijden; uit elkaar halen; uit elkaar vallen; uiteenhalen; uiteenvallen; verbreken; verbrijzelen; vernielen; vernietigen; verscheuren; verwoesten |
Wiktionary Translations for ontleden:
ontleden
Cross Translation:
verb
-
anatomiseren, analyseren
- ontleden → zergliedern; analysieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontleden | → sezieren | ↔ dissect — to study a dead animal's anatomy by cutting it apart |
• ontleden | → analysieren | ↔ parse — resolve into its elements (grammar) |
• ontleden | → analysieren; auflösen; zergliedern; zerlegen; untersuchen; auswerten | ↔ analyser — examiner en ses différentes parties. |
• ontleden | → dissoziieren; in seine Teile zerlegen; in Einzelteile erlegen; zergliedern; auseinander nehmen | ↔ dissocier — séparer des éléments qui étaient associés. |
• ontleden | → in seine Teile zerlegen; in Einzelteile erlegen; zergliedern; auseinander nehmen | ↔ résoudre — Décomposer un corps en ses éléments. |