Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate ontluizen

Translate ontluizen from Dutch to German

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ontluizen:

Dutch

Detailed Translations for ontluizen from Dutch to German

ontluizen:

ontluizen verb (ontluis, ontluist, ontluisde, ontluisden, ontluisd)

  1. ontluizen
    entlausen
    • entlausen verb (entlause, entlaust, entlauste, entlaustet, entlaust)

Conjugations for ontluizen:

o.t.t.
  1. ontluis
  2. ontluist
  3. ontluist
  4. ontluizen
  5. ontluizen
  6. ontluizen
o.v.t.
  1. ontluisde
  2. ontluisde
  3. ontluisde
  4. ontluisden
  5. ontluisden
  6. ontluisden
v.t.t.
  1. heb ontluisd
  2. hebt ontluisd
  3. heeft ontluisd
  4. hebben ontluisd
  5. hebben ontluisd
  6. hebben ontluisd
v.v.t.
  1. had ontluisd
  2. had ontluisd
  3. had ontluisd
  4. hadden ontluisd
  5. hadden ontluisd
  6. hadden ontluisd
o.t.t.t.
  1. zal ontluizen
  2. zult ontluizen
  3. zal ontluizen
  4. zullen ontluizen
  5. zullen ontluizen
  6. zullen ontluizen
o.v.t.t.
  1. zou ontluizen
  2. zou ontluizen
  3. zou ontluizen
  4. zouden ontluizen
  5. zouden ontluizen
  6. zouden ontluizen
en verder
  1. ben ontluisd
  2. bent ontluisd
  3. is ontluisd
  4. zijn ontluisd
  5. zijn ontluisd
  6. zijn ontluisd
diversen
  1. ontluis!
  2. ontluist!
  5. ontluisd
  6. ontluizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontluizen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entlausen ontluizen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0160 seconds
Page rendered in 1.0 seconds