Dutch
Detailed Translations for openschroeven from Dutch to German
openschroeven:
-
openschroeven
abschrauben; losschrauben-
abschrauben verb (schraube ab, schraubst ab, schraubt ab, schraubte ab, schraubtet ab, abgeschraubt)
-
losschrauben verb (schraube los, schraubst los, schraubt los, schraubte los, schraubtet los, losgeschraubt)
-
Conjugations for openschroeven:
o.t.t.
- schroef open
- schroeft open
- schroeft open
- schroeven open
- schroeven open
- schroeven open
o.v.t.
- schroefde open
- schroefde open
- schroefde open
- schroefden open
- schroefden open
- schroefden open
v.t.t.
- heb opengeschroefd
- hebt opengeschroefd
- heeft opengeschroefd
- hebben opengeschroefd
- hebben opengeschroefd
- hebben opengeschroefd
v.v.t.
- had opengeschroefd
- had opengeschroefd
- had opengeschroefd
- hadden opengeschroefd
- hadden opengeschroefd
- hadden opengeschroefd
o.t.t.t.
- zal openschroeven
- zult openschroeven
- zal openschroeven
- zullen openschroeven
- zullen openschroeven
- zullen openschroeven
o.v.t.t.
- zou openschroeven
- zou openschroeven
- zou openschroeven
- zouden openschroeven
- zouden openschroeven
- zouden openschroeven
en verder
- is opengeschroefd
- zijn opengeschroefd
diversen
- schroef open!
- schroeft open!
- opengeschroefd
- openschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for openschroeven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abschrauben | openschroeven | afschroeven; losdraaien; losschroeven |
losschrauben | openschroeven | afschroeven; losdraaien; losschroeven; ontsluiten; opendraaien; openen |