Verb | Related Translations | Other Translations |
entfalten
|
ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen
|
afwisselen; herzien; ontluiken; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; tot wasdom komen; veranderen; verwisselen; wijzigen; zich ontsluiten
|
falten
|
ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen
|
dubbelvouwen; indrogen; omknikken; omvouwen; opvouwen; plooien; samentrekken; samenvouwen; schrompelen; slinken; ten dele vouwen; toevouwen; verfromfraaien; verschrompelen; vouwen
|
offenfalten
|
ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen
|
|