Summary
Dutch to German: more detail...
- optillen:
-
Wiktionary:
- optillen → aufheben, heben
- optillen → hissen, hochziehen
Dutch
Detailed Translations for optillen from Dutch to German
optillen:
-
optillen (opheffen; heffen; tillen; omhoog brengen; lichten; omhoogheffen)
– omhoog brengen 1aufheben; hochziehen; erheben; ausheben; hinaufbringen; heben; anheben; emporheben; hochheben; hochnehmen-
hinaufbringen verb (bringe hinauf, bringst hinauf, bringt hinauf, brachte hinauf, brachtet hinauf, hinaufgebracht)
Conjugations for optillen:
o.t.t.
- til op
- tilt op
- tilt op
- tillen op
- tillen op
- tillen op
o.v.t.
- tilde op
- tilde op
- tilde op
- tilden op
- tilden op
- tilden op
v.t.t.
- heb opgetild
- hebt opgetild
- heeft opgetild
- hebben opgetild
- hebben opgetild
- hebben opgetild
v.v.t.
- had opgetild
- had opgetild
- had opgetild
- hadden opgetild
- hadden opgetild
- hadden opgetild
o.t.t.t.
- zal optillen
- zult optillen
- zal optillen
- zullen optillen
- zullen optillen
- zullen optillen
o.v.t.t.
- zou optillen
- zou optillen
- zou optillen
- zouden optillen
- zouden optillen
- zouden optillen
en verder
- ben opgetild
- bent opgetild
- is opgetild
- zijn opgetild
- zijn opgetild
- zijn opgetild
diversen
- til op!
- tilt op!
- opgetild
- optillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze