Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. pasvorm:


Dutch

Detailed Translations for pasvorm from Dutch to German

pasvorm:

pasvorm [de ~ (m)] noun

  1. de pasvorm
    die Paßform; der Schnitt; der Sitz

Translation Matrix for pasvorm:

NounRelated TranslationsOther Translations
Paßform pasvorm
Schnitt pasvorm boterham; coiffure; coupe; coupes; doorsnee; effect; filmmontage; frisuur; gemiddelde; haarsnit; inkeping; insnijding; jaap; kapsel; knippatroon; montage; plak brood; profiel; snede; snee; sneetje; snijvlak; snijwond; snit; split; uitwerking
Sitz pasvorm crapaud; fauteuil; gestoelte; huis; luie stoel; makkelijke stoel; residentie; stoel; thuis; verblijf; woning; woonhuis; zetel; zitplaats

Related Words for "pasvorm":

  • pasvormen