Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. poen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for poenen from Dutch to German

poen:

poen [de ~ (m)] noun

  1. de poen (geld)
    Geld; die Knete

Translation Matrix for poen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geld geld; poen centen; duiten; financiële middelen; fortuin; geldmiddelen; geldstukken; grote som geld; kapitaal; munt; muntstuk; valuta
Knete geld; poen centen; duiten; geldstukken
- geld

Related Words for "poen":

  • poenen, po

Synonyms for "poen":


Related Definitions for "poen":

  1. munten of papier om mee te betalen1
    • heb je genoeg poen bij je?1

Wiktionary Translations for poen:

poen
noun
  1. (umgangssprachlich) Geld; Goldmünzen
  2. Deutschland; salopp: Geld
  3. (umgangssprachlich) nur Plural: Geld oder Bargeld
  4. ohne Plural; salopp scherzhaft: (bares) Geld (das jemandem verfügbar ist)

Cross Translation:
FromToVia
poen Kohle bread — slang: money
poen Finanz; Knete; Kohle; Kröte; Kies; Maus; Moos; Schotter fric — popu|fr argent.
poen Geld monnaie — économie|fr unité de mesure de la valeur et d’échange commercial (généralement émise par une institution officielle).
poen Finanz; Knete; Kohle; Kröte; Kies; Maus; Moos; Schotter pognon — populaire|fr argent, monnaie.

External Machine Translations: