Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. pul:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for puls from Dutch to German

pul:

pul [de ~] noun

  1. de pul (kruik)
    der Krug; die Krüge; die Wärmflasche; die Flasche
  2. de pul (mok; beker; drinkbeker)
    der Trinkbecher; der Becher

Translation Matrix for pul:

NounRelated TranslationsOther Translations
Becher beker; drinkbeker; mok; pul aktetas; beker; bokaal; cup; kopje; kroes; tas
Flasche kruik; pul fiool; flacon; fles; flesje; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous; sofvent; wijnfles
Krug kruik; pul café; coffeeshop; knijp; kroeg; tapperij; taveerne; uitspanning
Krüge kruik; pul
Trinkbecher beker; drinkbeker; mok; pul aktetas; tas
Wärmflasche kruik; pul kruik; kruikje; waterkruik

Related Words for "pul":

  • pullen, puls

Wiktionary Translations for pul:


Cross Translation:
FromToVia
pul Pott; Topf; Behälter; Gefäß; Vase; Hafen; Kanne; Krug potvase de terre ou de métal servant à divers usages.