Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate reputaties

Translate reputaties from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

reputaties:
- Reputationen
reputatie:
- Name; Reputation; Schrei; Ruf; Ehre; Bekanntheit
Wiktionary:
- reputatie → Ruf, Leumund
- reputatie → Ansehen, Ruf, Reputation, Renommee, Berühmtheit, Glorie, Fama, Gerücht

Dutch

Detailed Translations for reputaties from Dutch to German

reputaties:

reputaties [de ~] noun, plural

de reputaties
die Reputationen
- Reputationen [die ~] noun

Translation Matrix for reputaties:

Noun	Related Translations	Other Translations
Reputationen	reputaties

Related Words for "reputaties":

reputatie

reputaties form of reputatie:

reputatie [de ~ (v)] noun

de reputatie (naam; roep; faam)
der Name; der Reputation; der Schrei; der Ruf; die Ehre
- Name [der ~] noun
- Reputation [der ~] noun
- Schrei [der ~] noun
- Ruf [der ~] noun
- Ehre [die ~] noun
de reputatie (bekendheid)
die Bekanntheit
- Bekanntheit [die ~] noun

Translation Matrix for reputatie:

Noun	Related Translations	Other Translations
Bekanntheit	bekendheid; reputatie
Ehre	faam; naam; reputatie; roep	aanzien; achting; eer; eergevoel; eigenwaarde; ere; glorie; niveau; trots; zelfrespect
Name	faam; naam; reputatie; roep	aanzien; achting; naam; niveau
Reputation	faam; naam; reputatie; roep	goede naam; goede reputatie
Ruf	faam; naam; reputatie; roep	aanzien; achting; geroep; geschreeuw; gil; goede naam; goede reputatie; kreet; lokroep; loktoon; naamsbekendheid; niveau; oproep; roep; roepstem; schreeuw; uitroep
Schrei	faam; naam; reputatie; roep	geroep; geschreeuw; gil; kreet; lokroep; loktoon; roep; schreeuw; uitroep

Related Words for "reputatie":

reputaties

Wiktionary Translations for reputatie:

reputatie

noun

de manier waarop iemand bekend is
- reputatie → Ruf; Leumund

reputatie

noun

das Ansehen, das jemand bei anderen hat
- Ruf → reputatie

Cross Translation:

From	To	Via
• reputatie	→ Ansehen; Ruf	↔ reputation — what somebody is known for
• reputatie	→ Ansehen; Reputation; Ruf; Renommee; Berühmtheit; Glorie; Fama; Gerücht	↔ réputation — opinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.