Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. sierstuk:


Dutch

Detailed Translations for sierstuk from Dutch to German

sierstuk:

sierstuk [het ~] noun

  1. het sierstuk (sieraad)
    der Schmuck; der Zierat; Schmuckstück; Juwel

Translation Matrix for sierstuk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Juwel sieraad; sierstuk beminde; bijou; geliefde; juweel; liefje; liefste; schat; sieraad; snoes; vriendin
Schmuck sieraad; sierstuk opschik; opsmuk; sieraden; smuk; versiering
Schmuckstück sieraad; sierstuk bijou; juweel; pronkstukken; sieraad; sierstukken
Zierat sieraad; sierstuk

Related Words for "sierstuk":