Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. testament:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for testament from Dutch to German

testament:

testament [het ~] noun

  1. het testament (uiterste wilsbeschikking; laatste wil)
    Vermächtnis; Testament

Translation Matrix for testament:

NounRelated TranslationsOther Translations
Testament laatste wil; testament; uiterste wilsbeschikking Testament
Vermächtnis laatste wil; testament; uiterste wilsbeschikking boedel; deel; erfboedel; erfdeel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap; wat iemand erft

Related Words for "testament":

  • testamenten

Wiktionary Translations for testament:

testament
noun
  1. een bindende verklaring waarin een overledene voor diens dood heeft laten vastleggen wat er te doen staat met de nalatenschap
  2. bijbelboekdeel
testament
Cross Translation:
FromToVia
testament Testament testament — document containing a person's will
testament Testament testament — part of the Bible
testament Testament; Letzter Wille will — legal document