Summary
Dutch to German: more detail...
- toedoen:
-
Wiktionary:
- toedoen → Tun, Beihilfe, Beistand, Handreichung, Hilfe, schließen, verschließen, zuschließen, zumachen
Dutch
Detailed Translations for toededen from Dutch to German
toedoen:
-
toedoen (dichtdoen; afsluiten; sluiten; toemaken)
-
toedoen (dichtdoen; sluiten; dichtmaken; toetrekken)
Conjugations for toedoen:
o.t.t.
- doe toe
- doet toe
- doet toe
- doen toe
- doen toe
- doen toe
o.v.t.
- deed toe
- deed toe
- deed toe
- deden toe
- deden toe
- deden toe
v.t.t.
- heb toegedaan
- hebt toegedaan
- heeft toegedaan
- hebben toegedaan
- hebben toegedaan
- hebben toegedaan
v.v.t.
- had toegedaan
- had toegedaan
- had toegedaan
- hadden toegedaan
- hadden toegedaan
- hadden toegedaan
o.t.t.t.
- zal toedoen
- zult toedoen
- zal toedoen
- zullen toedoen
- zullen toedoen
- zullen toedoen
o.v.t.t.
- zou toedoen
- zou toedoen
- zou toedoen
- zouden toedoen
- zouden toedoen
- zouden toedoen
en verder
- ben toegedaan
- bent toegedaan
- is toegedaan
- zijn toegedaan
- zijn toegedaan
- zijn toegedaan
diversen
- doe toe!
- doet toe!
- toegedaan
- toedoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toedoen:
Wiktionary Translations for toedoen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toedoen | → Tun | ↔ doing — a deed or action |
• toedoen | → Beihilfe; Beistand; Handreichung; Hilfe | ↔ aide — action d’apporter son soutien physiquement, verbalement, financièrement ou de tout autre manière. |
• toedoen | → schließen; verschließen; zuschließen; zumachen | ↔ fermer — Clore. |
External Machine Translations: