Dutch
Detailed Translations for toenaderen from Dutch to German
toenaderen:
-
toenaderen (naderen; tegemoetkomen)
-
toenaderen (benaderen)
Conjugations for toenaderen:
o.t.t.
- nader toe
- nadert toe
- nadert toe
- naderen toe
- naderen toe
- naderen toe
o.v.t.
- naderde toe
- naderde toe
- naderde toe
- naderden toe
- naderden toe
- naderden toe
v.t.t.
- heb toegenaderd
- hebt toegenaderd
- heeft toegenaderd
- hebben toegenaderd
- hebben toegenaderd
- hebben toegenaderd
v.v.t.
- had toegenaderd
- had toegenaderd
- had toegenaderd
- hadden toegenaderd
- hadden toegenaderd
- hadden toegenaderd
o.t.t.t.
- zal toenaderen
- zult toenaderen
- zal toenaderen
- zullen toenaderen
- zullen toenaderen
- zullen toenaderen
o.v.t.t.
- zou toenaderen
- zou toenaderen
- zou toenaderen
- zouden toenaderen
- zouden toenaderen
- zouden toenaderen
en verder
- ben toegenaderd
- bent toegenaderd
- is toegenaderd
- zijn toegenaderd
- zijn toegenaderd
- zijn toegenaderd
diversen
- nader toe!
- nadert toe!
- toegenaderd
- toenaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toenaderen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
annähern | benaderen; naderen; tegemoetkomen; toenaderen | |
begegnen | naderen; tegemoetkomen; toenaderen | aantreffen; bejegenen; bijeen komen; concessies doen; kennis maken met; ontmoeten; samenkomen; tegemoetkomen; tegen het lijf lopen; tegenkomen; treffen; vinden; welwillendheid tonen |
entgegengehen | naderen; tegemoetkomen; toenaderen | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen |
entgegenkommen | naderen; tegemoetkomen; toenaderen | concessies doen; dulden; duren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; permitteren; tegemoetkomen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; welwillendheid tonen |
herankommen | benaderen; naderen; tegemoetkomen; toenaderen | dichterbij komen; naderen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
entgegenkommen | dienstwillig; gedienstig; ontmoet; tegemoetgekomen; voorkomend |