Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tot gevolg hebben:


Dutch

Detailed Translations for tot gevolg hebben from Dutch to German

tot gevolg hebben:

tot gevolg hebben verb (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)

  1. tot gevolg hebben (resulteren; uitmonden; resultaat)
    resultieren; zur Folge haben
    • zur Folge haben verb (habe zur Folge, hast zur Folge, hat zur Folge, hatte zur Folge, habt zur Folge, zur Folge gehabt)

Conjugations for tot gevolg hebben:

o.t.t.
  1. heb tot gevolg
  2. hebt tot gevolg
  3. hebt tot gevolg
  4. hebben tot gevolg
  5. hebben tot gevolg
  6. hebben tot gevolg
o.v.t.
  1. had tot gevolg
  2. had tot gevolg
  3. had tot gevolg
  4. hadden tot gevolg
  5. hadden tot gevolg
  6. hadden tot gevolg
v.t.t.
  1. heb tot gevolg gehad
  2. hebt tot gevolg gehad
  3. heeft tot gevolg gehad
  4. hebben tot gevolg gehad
  5. hebben tot gevolg gehad
  6. hebben tot gevolg gehad
v.v.t.
  1. had tot gevolg gehad
  2. had tot gevolg gehad
  3. had tot gevolg gehad
  4. hadden tot gevolg gehad
  5. hadden tot gevolg gehad
  6. hadden tot gevolg gehad
o.t.t.t.
  1. zal tot gevolg hebben
  2. zult tot gevolg hebben
  3. zal tot gevolg hebben
  4. zullen tot gevolg hebben
  5. zullen tot gevolg hebben
  6. zullen tot gevolg hebben
o.v.t.t.
  1. zou tot gevolg hebben
  2. zou tot gevolg hebben
  3. zou tot gevolg hebben
  4. zouden tot gevolg hebben
  5. zouden tot gevolg hebben
  6. zouden tot gevolg hebben
en verder
  1. ben tot gevolg gehad
  2. bent tot gevolg gehad
  3. is tot gevolg gehad
  4. zijn tot gevolg gehad
  5. zijn tot gevolg gehad
  6. zijn tot gevolg gehad
diversen
  1. heb tot gevolg!
  2. hebt tot gevolg!
  3. tot gevolg gehad
  4. tot gevolg hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tot gevolg hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
resultieren resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden
zur Folge haben resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden bewaarheid worden; blijken; culmineren; resulteren; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in

External Machine Translations:

Related Translations for tot gevolg hebben