Summary


Dutch

Detailed Translations for trapjes from Dutch to German

trapje:

trapje [het ~] noun

  1. het trapje (trap)
    die Treppe; der Fußtritt; die Eingangstreppe; die Sprosse; der Abtritt; der Aufgang; der Abschnitt

Translation Matrix for trapje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abschnitt trap; trapje aandeel; afdeling; afmeting; alinea; bon; coupon; coupure; deel; divisie; lap; lid; maat; ontvangstbewijs; paragraaf; part; periode; presentatiesectie; reçu; sectie; segment; stuk stof; termijn; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsruimte; uur
Abtritt trap; trapje
Aufgang trap; trapje opgang; trap
Eingangstreppe trap; trapje
Fußtritt trap; trapje schop; trap; voetbeweging
Sprosse trap; trapje
Treppe trap; trapje

Related Words for "trapje":


External Machine Translations: