Summary


Dutch

Detailed Translations for tucht from Dutch to German

tucht:

tucht [de ~] noun

  1. de tucht (discipline; onderwerping; gehoorzaamheid; orde; dwang)
    die Ordnung; die Disziplin; die Zucht; die Anordnung; der Vorschrift; die Fügung; die Verordnung; die Regel; die Bestimmung; die Unterwerfung; die Verfügung

Translation Matrix for tucht:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afstelling; arrangement; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; determinatie; gehoorzaamheid; indeling; inregeling; instelling; onderwerping; opbouw; opstelling; orde; ordening; organisatie; raadsbesluit; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; samenstelling; schikking; structuur; systeem; vaststelling; voorschrift; wet
Bestimmung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afspraak; akkoord; bepaling; besluit; besluiten; bestemming; constatering; determinatie; doel; eindhalte; eindpunt; eindstation; orde; overeenkomst; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; reisbestemming; schikking; uiteindelijke doel; vaststelling; voorschrift; wet
Disziplin discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht discipline; gehoorzaamheid; onderwerping; tak van wetenschap
Fügung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht arrangement; bepaling; regelgeving; regeling; regularisatie; woordgroep
Ordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht arrangement; bestel; dienstvoorschrift; indeling; opbouw; opstelling; orde; ordening; organisatie; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; regelmaat; reglement; regularisatie; samenstel; samenstelling; schikking; structuur; systeem; voorschrift; wet
Regel discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht constatering; filter; misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; regel; stelregel; vaststelling
Unterwerfung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht gehoorzaamheid; onderwerping; submissie
Verfügung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afkondiging; besluit; besluiten; compromis; decreet; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; uitvaardiging; vergelijk; voorschrift; wet
Verordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afkondiging; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; decreet; determinatie; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; uitvaardiging; vaststelling; verordening; voorschrift; wet
Vorschrift discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
Zucht discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; gebroed; gespuis; kweek; kweken; reproductie; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting

Wiktionary Translations for tucht:

tucht
noun
  1. veraltet: Disziplin und Gehorsam