Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate tussenmuren

Translate tussenmuren from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

tussenmuren:
- Trennwände; Zwischenwände; Scheidewände
tussenmuur:
- Trennung; Abtrennung; Absonderung; Zwischenwand; Trennwand

Dutch

Detailed Translations for tussenmuren from Dutch to German

tussenmuren:

tussenmuren [de ~] noun, plural

de tussenmuren (tussenwanden)
die Trennwände; die Zwischenwände; die Scheidewände
- Trennwände [die ~] noun
- Zwischenwände [die ~] noun
- Scheidewände [die ~] noun

Translation Matrix for tussenmuren:

Noun	Related Translations	Other Translations
Scheidewände	tussenmuren; tussenwanden	afscheidingen; scheidsmuren; schotten; tussenschotten
Trennwände	tussenmuren; tussenwanden	afscheidingen; scheidsmuren; schotten; tussenschotten
Zwischenwände	tussenmuren; tussenwanden	afscheidingen; scheidsmuren; schotten; tussenschotten

Related Words for "tussenmuren":

tussenmuur

tussenmuren form of tussenmuur:

tussenmuur [de ~ (m)] noun

de tussenmuur (tussenschot; afscheiding; beschot; schot)
die Trennung; die Abtrennung; die Absonderung
- Trennung [die ~] noun
- Abtrennung [die ~] noun
- Absonderung [die ~] noun
de tussenmuur (scheidsmuur; tussenwand)
die Zwischenwand; die Trennwand
- Zwischenwand [die ~] noun
- Trennwand [die ~] noun

Translation Matrix for tussenmuur:

Noun	Related Translations	Other Translations
Absonderung	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; afsplitsing; afzondering; isolatie; isolering
Abtrennung	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; afsplitsing; afvalligheid; afzondering; desertie; hek; hekwerk; isolering; verlating
Trennung	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; afsplitsing; afzondering; breken; isolering; ontwarring; scheiding; schifting; segregatie; selectie; splitsen; verbreking
Trennwand	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand
Zwischenwand	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand

Related Words for "tussenmuur":

tussenmuren, tussenmuurtje