Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uiteengedreven:
  2. uiteendrijven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uiteengedreven from Dutch to German

uiteengedreven:

uiteengedreven adj

  1. uiteengedreven

Translation Matrix for uiteengedreven:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
auseinandergetrieben uiteengedreven

uiteengedreven form of uiteendrijven:

uiteendrijven verb (drijf uiteen, drijft uiteen, dreef uiteen, dreven uiteen, uiteengedreven)

  1. uiteendrijven
    zersteuen; versprengen; auseinandertreiben

Conjugations for uiteendrijven:

o.t.t.
  1. drijf uiteen
  2. drijft uiteen
  3. drijft uiteen
  4. drijven uiteen
  5. drijven uiteen
  6. drijven uiteen
o.v.t.
  1. dreef uiteen
  2. dreef uiteen
  3. dreef uiteen
  4. dreven uiteen
  5. dreven uiteen
  6. dreven uiteen
v.t.t.
  1. heb uiteengedreven
  2. hebt uiteengedreven
  3. heeft uiteengedreven
  4. hebben uiteengedreven
  5. hebben uiteengedreven
  6. hebben uiteengedreven
v.v.t.
  1. had uiteengedreven
  2. had uiteengedreven
  3. had uiteengedreven
  4. hadden uiteengedreven
  5. hadden uiteengedreven
  6. hadden uiteengedreven
o.t.t.t.
  1. zal uiteendrijven
  2. zult uiteendrijven
  3. zal uiteendrijven
  4. zullen uiteendrijven
  5. zullen uiteendrijven
  6. zullen uiteendrijven
o.v.t.t.
  1. zou uiteendrijven
  2. zou uiteendrijven
  3. zou uiteendrijven
  4. zouden uiteendrijven
  5. zouden uiteendrijven
  6. zouden uiteendrijven
en verder
  1. ben uiteengedreven
  2. bent uiteengedreven
  3. is uiteengedreven
  4. zijn uiteengedreven
  5. zijn uiteengedreven
  6. zijn uiteengedreven
diversen
  1. drijf uiteen!
  2. drijft uiteen!
  3. uiteengedreven
  4. uiteendrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uiteendrijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
auseinandertreiben uiteendrijven scheiden; uit elkaar gaan; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteengaan; uiteenstuiven; uiteenvliegen; van elkaar gaan
versprengen uiteendrijven
zersteuen uiteendrijven

Wiktionary Translations for uiteendrijven:


Cross Translation:
FromToVia
uiteendrijven auflösen dissolve — to disperse a group
uiteendrijven vergeuden; verschwenden; auseinanderjagen dissiperdétruire en disperser.