Dutch
Detailed Translations for vernis from Dutch to German
vernis:
-
de vernis (laklaag; lak)
der Lackanstrich -
de vernis
Translation Matrix for vernis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Anstrich | vernis | flinter; floers; schijntje; schilderwerk; snufje; verf; vernisje; vleugje; waas; zweem |
Lackanstrich | lak; laklaag; vernis |
vernissen:
-
vernissen (lakken)
Conjugations for vernissen:
o.t.t.
- vernis
- vernist
- vernist
- vernissen
- vernissen
- vernissen
o.v.t.
- verniste
- verniste
- verniste
- vernisten
- vernisten
- vernisten
v.t.t.
- heb vernist
- hebt vernist
- heeft vernist
- hebben vernist
- hebben vernist
- hebben vernist
v.v.t.
- had vernist
- had vernist
- had vernist
- hadden vernist
- hadden vernist
- hadden vernist
o.t.t.t.
- zal vernissen
- zult vernissen
- zal vernissen
- zullen vernissen
- zullen vernissen
- zullen vernissen
o.v.t.t.
- zou vernissen
- zou vernissen
- zou vernissen
- zouden vernissen
- zouden vernissen
- zouden vernissen
diversen
- vernis!
- vernist!
- vernist
- vernissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vernissen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
firnissen | lakken; vernissen | |
färben | lakken; vernissen | beschilderen; kleuren; lakken; schilderen; tinten; verven |
lackieren | lakken; vernissen | beschilderen; lakken; schilderen; verven |