Dutch
Detailed Translations for verschaald from Dutch to German
verschaald:
Translation Matrix for verschaald:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
schal | muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald | banaal; bleek; dor; duf; flauw; flets; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schraal; schunnig; slap; smakeloos; suf; triviaal; verschoten; verschraald; vunzig; waterachtig; waterig; zonder smaak |
verschalen:
-
verschalen
Conjugations for verschalen:
o.t.t.
- verschaal
- verschaalt
- verschaalt
- verschalen
- verschalen
- verschalen
o.v.t.
- verschaalde
- verschaalde
- verschaalde
- verschaalden
- verschaalden
- verschaalden
v.t.t.
- ben verschaald
- bent verschaald
- is verschaald
- zijn verschaald
- zijn verschaald
- zijn verschaald
v.v.t.
- was verschaald
- was verschaald
- was verschaald
- waren verschaald
- waren verschaald
- waren verschaald
o.t.t.t.
- zal verschalen
- zult verschalen
- zal verschalen
- zullen verschalen
- zullen verschalen
- zullen verschalen
o.v.t.t.
- zou verschalen
- zou verschalen
- zou verschalen
- zouden verschalen
- zouden verschalen
- zouden verschalen
diversen
- verschaal!
- verschaalt!
- verschaald
- verschalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verschalen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
schalwerden | verschalen | |
verschalen | verschalen |
External Machine Translations: