Dutch
Detailed Translations for vioolspelen from Dutch to German
vioolspelen:
-
vioolspelen
Conjugations for vioolspelen:
o.t.t.
- speel viool
- speelt viool
- speelt viool
- spelen viool
- spelen viool
- spelen viool
o.v.t.
- speelde viool
- speelde viool
- speelde viool
- speelden viool
- speelden viool
- speelden viool
v.t.t.
- heb viool gespeeld
- hebt viool gespeeld
- heeft viool gespeeld
- hebben viool gespeeld
- hebben viool gespeeld
- hebben viool gespeeld
v.v.t.
- had viool gespeeld
- had viool gespeeld
- had viool gespeeld
- hadden viool gespeeld
- hadden viool gespeeld
- hadden viool gespeeld
o.t.t.t.
- zal vioolspelen
- zult vioolspelen
- zal vioolspelen
- zullen vioolspelen
- zullen vioolspelen
- zullen vioolspelen
o.v.t.t.
- zou vioolspelen
- zou vioolspelen
- zou vioolspelen
- zouden vioolspelen
- zouden vioolspelen
- zouden vioolspelen
diversen
- speel viool!
- speelt viool!
- viool gespeeld
- vioolspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vioolspelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
Geige spielen | vioolspelen | |
streichen | vioolspelen | afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; beschilderen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; doorstrepen; in tweeën houwen; intrekken; kalken; klieven; kloven; lakken; nietig verklaren; omzwerven; sausen; schilderen; verven; witten; zwerven |
Related Words for "vioolspelen":
vioolspel:
-
het vioolspel (vioolmuziek)
Translation Matrix for vioolspel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Geigenspiel | vioolmuziek; vioolspel |