Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate volstrektheid

Translate volstrektheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

volstrektheid:
- Absolutheit
volstrekt:
- verkehrt; schief; unbedingt; absolut
Wiktionary:
- volstrekt → perfekt, vollkommen, absolut, losgelöst, beziehungslos, uneingeschränkt, unumschränkt, unabhängig, unvermischt, rein, trefflich, vollendet, einfach, einfältig, blank, reinlich, sauber

Dutch

Detailed Translations for volstrektheid from Dutch to German

volstrektheid:

volstrektheid [de ~ (v)] noun

de volstrektheid (zekerheid)
die Absolutheit
- Absolutheit [die ~] noun

Translation Matrix for volstrektheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Absolutheit	volstrektheid; zekerheid	absoluutheid; totaliteit

Related Words for "volstrektheid":

volstrekt

volstrekt:

volstrekt adj

volstrekt (faliekant; helemaal; hartstikke; vierkant; finaal)
verkehrt; schief
- verkehrt adj
- schief adj
volstrekt (onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; vast en zeker; ten enenmale)
unbedingt; absolut
- unbedingt adj
- absolut adj

Translation Matrix for volstrekt:

Adjective	Related Translations	Other Translations
-	absoluut; beslist; volkomen
Adverb	Related Translations	Other Translations
-	ongetwijfeld
Modifier	Related Translations	Other Translations
absolut	absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker	absoluut; enenmale; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen
schief	faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt	aflopend; dwars; flauw hellend; glooiend; hellend; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; scheef; schuin; schuin aflopend; steil; vals; verkeerd
unbedingt	absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker	beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; per se; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
verkehrt	faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt	averechts; binnenstebuiten; ernaast; fout; foutief; mis; omgekeerd; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; ten onrechte; verkeerd

Related Words for "volstrekt":

volstrektheid, volstrekte

Synonyms for "volstrekt":

absoluut; beslist; ongetwijfeld; volkomen

Antonyms for "volstrekt":

betrekkelijk

Related Definitions for "volstrekt":

zonder beperkingen, helemaal¹
- dat is volstrekt duidelijk¹

Wiktionary Translations for volstrekt:

Cross Translation:

From	To	Via
• volstrekt	→ perfekt; vollkommen	↔ consummate — complete, perfect, absolute
• volstrekt	→ absolut; losgelöst; beziehungslos; uneingeschränkt; unumschränkt; unabhängig; unvermischt; rein; perfekt; trefflich; vollendet; vollkommen	↔ parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
• volstrekt	→ einfach; einfältig; blank; rein; reinlich; sauber; absolut; losgelöst; beziehungslos; uneingeschränkt; unumschränkt; unabhängig; unvermischt	↔ pur — Qui est sans mélange.

¹Muiswerk Woordenboek