Dutch
Detailed Translations for voorvoel from Dutch to German
voorvoelen:
Conjugations for voorvoelen:
o.t.t.
- voorvoel
- voorvoelt
- voorvoelt
- voorvoelen
- voorvoelen
- voorvoelen
o.v.t.
- voorvoelde
- voorvoelde
- voorvoelde
- voorvoelden
- voorvoelden
- voorvoelden
v.t.t.
- heb voorvoeld
- hebt voorvoeld
- heeft voorvoeld
- hebben voorvoeld
- hebben voorvoeld
- hebben voorvoeld
v.v.t.
- had voorvoeld
- had voorvoeld
- had voorvoeld
- hadden voorvoeld
- hadden voorvoeld
- hadden voorvoeld
o.t.t.t.
- zal voorvoelen
- zult voorvoelen
- zal voorvoelen
- zullen voorvoelen
- zullen voorvoelen
- zullen voorvoelen
o.v.t.t.
- zou voorvoelen
- zou voorvoelen
- zou voorvoelen
- zouden voorvoelen
- zouden voorvoelen
- zouden voorvoelen
diversen
- voorvoel!
- voorvoelt!
- voorvoeld
- voorvoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorvoelen:
Wiktionary Translations for voorvoelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorvoelen | → ahnen | ↔ pressentir — prévoir confusément quelque chose par un sentiment non raisonner. |