Summary
Dutch to German: more detail...
- wedijver:
- wedijveren:
-
Wiktionary:
- wedijveren → wettkämpfen, streiten, konkurieren, messen, wetteifern, zusammenarbeiten, mitwirken, konkurrieren
Dutch
Detailed Translations for wedijver from Dutch to German
wedijver:
-
de wedijver (rivaliteit; concurrentie)
Translation Matrix for wedijver:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Konkurrenz | concurrentie; rivaliteit; wedijver | concurrentie; mededingers |
Rivalität | concurrentie; rivaliteit; wedijver | concurrentie; mededingers |
Related Words for "wedijver":
wedijver form of wedijveren:
-
wedijveren (beconcurreren; concurreren)
konkurrieren; wetteifern-
konkurrieren verb (konkurriere, konkurrierst, konkurriert, konkurrierte, konkurriertet, konkurriert)
-
Conjugations for wedijveren:
o.t.t.
- wedijver
- wedijvert
- wedijvert
- wedijveren
- wedijveren
- wedijveren
o.v.t.
- wedijverde
- wedijverde
- wedijverde
- wedijverden
- wedijverden
- wedijverden
v.t.t.
- heb gewedijverd
- hebt gewedijverd
- heeft gewedijverd
- hebben gewedijverd
- hebben gewedijverd
- hebben gewedijverd
v.v.t.
- had gewedijverd
- had gewedijverd
- had gewedijverd
- hadden gewedijverd
- hadden gewedijverd
- hadden gewedijverd
o.t.t.t.
- zal wedijveren
- zult wedijveren
- zal wedijveren
- zullen wedijveren
- zullen wedijveren
- zullen wedijveren
o.v.t.t.
- zou wedijveren
- zou wedijveren
- zou wedijveren
- zouden wedijveren
- zouden wedijveren
- zouden wedijveren
diversen
- wedijver!
- wedijvert!
- gewedijverd
- wedijverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wedijveren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
konkurrieren | beconcurreren; concurreren; wedijveren | |
wetteifern | beconcurreren; concurreren; wedijveren |
Related Words for "wedijveren":
Wiktionary Translations for wedijveren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wedijveren | → wettkämpfen; streiten; konkurieren; messen | ↔ compete — to contend |
• wedijveren | → wetteifern | ↔ vie — To rival; to struggle for superiority; to compete |
• wedijveren | → zusammenarbeiten; mitwirken; konkurrieren; wetteifern | ↔ concourir — tendre ensemble au même but, coopérer. |
• wedijveren | → konkurrieren; wetteifern | ↔ rivaliser — disputer de talent, de mérite, etc., avec quelqu’un, en approcher, l’égaler. |