Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. wegsnoeien:


Dutch

Detailed Translations for wegsnoeien from Dutch to German

wegsnoeien:

wegsnoeien verb (snoei weg, snoeit weg, snoeide weg, snoeiden weg, weggesnoeid)

  1. wegsnoeien (wegknippen)
    wegschneiden
    • wegschneiden verb (schneide weg, schneidest weg, schneidet weg, schnitt weg, schnittet weg, weggeschnitten)

Conjugations for wegsnoeien:

o.t.t.
  1. snoei weg
  2. snoeit weg
  3. snoeit weg
  4. snoeien weg
  5. snoeien weg
  6. snoeien weg
o.v.t.
  1. snoeide weg
  2. snoeide weg
  3. snoeide weg
  4. snoeiden weg
  5. snoeiden weg
  6. snoeiden weg
v.t.t.
  1. heb weggesnoeid
  2. hebt weggesnoeid
  3. heeft weggesnoeid
  4. hebben weggesnoeid
  5. hebben weggesnoeid
  6. hebben weggesnoeid
v.v.t.
  1. had weggesnoeid
  2. had weggesnoeid
  3. had weggesnoeid
  4. hadden weggesnoeid
  5. hadden weggesnoeid
  6. hadden weggesnoeid
o.t.t.t.
  1. zal wegsnoeien
  2. zult wegsnoeien
  3. zal wegsnoeien
  4. zullen wegsnoeien
  5. zullen wegsnoeien
  6. zullen wegsnoeien
o.v.t.t.
  1. zou wegsnoeien
  2. zou wegsnoeien
  3. zou wegsnoeien
  4. zouden wegsnoeien
  5. zouden wegsnoeien
  6. zouden wegsnoeien
diversen
  1. snoei weg!
  2. snoeit weg!
  3. weggesnoeid
  4. wegsnoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegsnoeien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
wegschneiden wegknippen; wegsnoeien wegsnijden