Summary
Dutch to German: more detail...
- zakelijkheid:
- zakelijk:
-
Wiktionary:
- zakelijk → sachgerecht, sachbezogen
- zakelijk → bündig, gedrängt, konzis, kurz
Dutch
Detailed Translations for zakelijkheid from Dutch to German
zakelijkheid:
-
de zakelijkheid
die sachlichkeit
Translation Matrix for zakelijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sachlichkeit | zakelijkheid |
Related Words for "zakelijkheid":
zakelijk:
Translation Matrix for zakelijk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
lakonisch | koel; nuchter; zakelijk | |
nüchtern | koel; nuchter; zakelijk | doodgemoedereerd; doodkalm; eenvoudig; fris; frisjes; gemoedereerd; koel; matig; niet beschonken; nuchter; objectief; onpartijdig; sober |
sachlich | koel; nuchter; zakelijk | daadwerkelijk; eenvoudig; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inhoudelijk; matig; niet beschonken; nuchter; objectief; onpartijdig; sober; wat de inhoud betreft; werkelijk |
Related Words for "zakelijk":
Wiktionary Translations for zakelijk:
zakelijk
Cross Translation:
adjective
-
sachlich richtig
-
an der Sache orientiert; unter Zurückstellung persönlicher/emotionaler Faktoren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zakelijk | → bündig; gedrängt; konzis; kurz | ↔ concis — Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint. |