Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zitbanken:
  2. zitbank:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zitbanken from Dutch to German

zitbanken:

zitbanken [de ~] noun, plural

  1. de zitbanken (banken)
    die Bänke; die Sitzplätze; die Sitzbänke; der Sessel

Translation Matrix for zitbanken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bänke banken; zitbanken
Sessel banken; zitbanken crapaud; fauteuil; gestoelte; knoppen; luie stoel; makkelijke stoel; nieuwe twijgen; scheuten; stoel; stoelen; uitlopers; zetel; zetels; zitplaats
Sitzbänke banken; zitbanken stoelen; zetels; zitjes; zitplaatsen
Sitzplätze banken; zitbanken stoelen; zetels; zitplaatsen

Related Words for "zitbanken":


zitbanken form of zitbank:

zitbank [de ~] noun

  1. de zitbank (bank; canapé)
    die Sitzbank; Sofa; die Bank; die Couch; Kanapee
  2. de zitbank (zitplaats; bank)
    die Sitzbank; der Sitzplatz

Translation Matrix for zitbank:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bank bank; canapé; zitbank bank; bankgebouw; handelsbank
Couch bank; canapé; zitbank bedbank; slaapbank; slaapmeubel
Kanapee bank; canapé; zitbank canapé; sofa
Sitzbank bank; canapé; zitbank; zitplaats crapaud; gestoelte; stoel; zetel; zitplaats
Sitzplatz bank; zitbank; zitplaats crapaud; gestoelte; stoel; zetel; zitplaats
Sofa bank; canapé; zitbank bankstel; canapé; divan; sofa

Related Words for "zitbank":


Wiktionary Translations for zitbank:


Cross Translation:
FromToVia
zitbank Bank bench — long seat