Summary
Dutch
Detailed Translations for voorwendsel from Dutch to English
voorwendsel:
Translation Matrix for voorwendsel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
excuse | excuus; smoes; uitvlucht; voorwendsel | excuus; genade; pardon; reden; smoesje; sorry; vergeving; vergiffenis; vergoelijking; verontschuldiging; verschoning |
sham | excuus; smoes; uitvlucht; voorwendsel | draaier; façade; glitter; klatergoud; schijnvertoning; uiterlijke schijn; veinzer; voorwending |
story | excuus; smoes; uitvlucht; voorwendsel | bedenksel; fabel; fictie; geschiedenis; leugen; relaas; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel; verzinsel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
excuse | excuseren; excuses aanbieden; vergeven; vergiffenis schenken; vergoelijken; verontschuldigen; verschonen | |
sham | beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
sham | bedriegelijk; gefingeerd; gelogen; nagemaakt; onecht; onwaar; vals |
Related Words for "voorwendsel":
Wiktionary Translations for voorwendsel:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorwendsel | → pretext; excuse | ↔ Vorwand — vorgeschobene, erfundene Begründung für eine Handlung |
• voorwendsel | → pretext; excuse; plea | ↔ prétexte — Cause simulée, supposée. |
External Machine Translations: