Summary
Dutch
Detailed Translations for balsemen from Dutch to English
balsemen:
-
balsemen (inbalsemen)
Conjugations for balsemen:
o.t.t.
- balsem
- balsemt
- balsemt
- balsemen
- balsemen
- balsemen
o.v.t.
- balsemde
- balsemde
- balsemde
- balsemden
- balsemden
- balsemden
v.t.t.
- heb gebalsemd
- hebt gebalsemd
- heeft gebalsemd
- hebben gebalsemd
- hebben gebalsemd
- hebben gebalsemd
v.v.t.
- had gebalsemd
- had gebalsemd
- had gebalsemd
- hadden gebalsemd
- hadden gebalsemd
- hadden gebalsemd
o.t.t.t.
- zal balsemen
- zult balsemen
- zal balsemen
- zullen balsemen
- zullen balsemen
- zullen balsemen
o.v.t.t.
- zou balsemen
- zou balsemen
- zou balsemen
- zouden balsemen
- zouden balsemen
- zouden balsemen
diversen
- balsem!
- balsemt!
- gebalsemd
- balsemende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for balsemen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
preserve | geconserveerd voedsel; inmaak; jam | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
balm | balsemen; inbalsemen | |
embalm | balsemen; inbalsemen | |
preserve | balsemen; inbalsemen | behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; handhaven; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; instandhouden; stand houden; verduurzamen |
Related Words for "balsemen":
balsemen form of balsem:
-
de balsem (smeersel; zalf; smeerseltje; smeer; smeerzalf)
Translation Matrix for balsem:
Noun | Related Translations | Other Translations |
liniment | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf | |
ointment | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf | |
unguent | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf |