Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. indertijd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for indertijd from Dutch to English

indertijd:


Translation Matrix for indertijd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
at that time destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd dan; toendertijd
in those days destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd toendertijd
then destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd alsdan; daarna; dan; hierna; hierop; later; naderhand; nadien; toendertijd; toenmalig; van toen; vervolgens

Synonyms for "indertijd":


Related Definitions for "indertijd":

  1. in die vroegere tijd1
    • indertijd stond er naast de kerk een school1

Wiktionary Translations for indertijd:

indertijd
adverb
  1. in die periode, meestal een omstandigheid aanduidend die in de huidige tijd niet meer geldt
indertijd
adverb
  1. as it was in the beginning