Dutch
Detailed Translations for pikhouweel from Dutch to English
pikhouweel: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pik: rod; cock; dick; penis; prick; sod; willie
- houweel: pick; pickaxe; mattock
- pikken: cuddle; pinch; snatch; coax; pilfer; cajole; wheedle; cadge; obtain by begging; take; collar; rob; take away; expropriate; purloin; filch; make off with; go thieving; reach; seize; stick; drag; root; grasp; catch; scratch; clutch; caught; grip; yearn; rout; clasp; snout; slave away; snatch away; slog away; toil and moil; rummage about; steal; nick; swipe; snitch
Wiktionary Translations for pikhouweel:
pikhouweel
noun
pikhouweel
-
hakwerktuig met steel, voorzien van een punt aan de ene zijde en een beitelachtige voorziening aan de andere zijde
- pikhouweel → pick
noun
-
heavy iron tool