Dutch
Detailed Translations for hendel from Dutch to English
hendel:
Translation Matrix for hendel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
door handle | deurklink; hendel; klink; kruk | deurklink; deurknop; deurkruk; kruk |
door-latch | deurklink; hendel; klink; kruk | |
grip | greep; handel; handgreep; handvat; hendel | beugel; draagbeugel; hengsel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grip | aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; graaien; grijpen; grissen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; omklemmen; pakken; pikken; snaaien; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verstrikken; wegkapen |
Related Words for "hendel":
External Machine Translations: