Summary
Dutch to English: more detail...
- drop:
- droppen:
- Wiktionary:
English to Dutch: more detail...
-
drop:
- drop; druppel; staande receptie; borrel; neut; dropping; oorlam; valhoogte
- weglaten; vallen; omlaagstorten; flikkeren; tuimelen; kiepen; kieperen; kelderen; zakken; ontslaan; wegsturen; ontheffen; verzenden; wegzenden; uitsturen; druppelen; afdruipen; sijpelen; droppen; druipen; druppen; druppels laten vallen; uitdruppelen; afzetten; laten uitstappen; seponeren; afzien van rechtsvervolging; afwerpen; afsmijten; lazeren; slinken; inkrimpen; krimpen; verwijderen
-
Wiktionary:
- drop → (<a class="defDestWord" href="https://www.interglot.ru/dictionary/nl/en/search?q=gaan&l=de%7Cnl" title="Translate 'gaan' from Dutch to English"><span lang="nl">gaan</span></a>) <a class="defDestWord" href="https://www.interglot.ru/dictionary/nl/en/search?q=liggen&l=de%7Cnl" title="Translate 'liggen' from Dutch to English"><span lang="nl">liggen</span></a>, verwijderen, uitstoten, laten vallen, dalen, vallen, schrappen
- drop → snoepje, bolletje, val, afgrond, druppel, daling
- drop → stort, val, vallen, kelderen, zich onderwerpen, afleggen, opgeven, prijsgeven, toegeven, afstaan, wijken, afstand doen, abdiceren, abdiqueren, aftreden, afstand doen van, afschaffen, afgelasten, annuleren, ontbinden, tenietdoen, terugnemen, afzeggen, druppel, traan
Dutch
Detailed Translations for drop from Dutch to English
drop:
-
de drop (druppel)
-
de drop
– zwarte snoep die onder andere van zoet hout gemaakt is 1
Translation Matrix for drop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
drip | drop; druppel | debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; infusum; infuus; mafkees; mafketel; mafkikker; schlemiel; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; waanzinnige; watje; zot |
dripping | drop; druppel | gedruppel |
drop | drop; druppel | borrel; dropping; neut; oorlam; staande receptie; valhoogte |
licorice | drop | |
liquorice | drop | zoethout |
Verb | Related Translations | Other Translations |
drip | afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken | |
drop | afdruipen; afsmijten; afwerpen; afzetten; afzien van rechtsvervolging; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; flikkeren; inkrimpen; kelderen; kiepen; kieperen; krimpen; laten uitstappen; lazeren; omlaagstorten; ontheffen; ontslaan; seponeren; sijpelen; slinken; tuimelen; uitdruppelen; uitsturen; vallen; verwijderen; verzenden; weglaten; wegsturen; wegzenden; zakken |
Related Words for "drop":
Related Definitions for "drop":
drop form of droppen:
-
droppen (ergens loslaten; afzetten)
-
droppen (druppelen; afdruipen; sijpelen; druipen; druppen; druppels laten vallen; uitdruppelen)
-
droppen (druppels laten vallen; druipen; druppen; druppelen)
Conjugations for droppen:
o.t.t.
- drop
- dropt
- dropt
- droppen
- droppen
- droppen
o.v.t.
- dropte
- dropte
- dropte
- dropten
- dropten
- dropten
v.t.t.
- heb gedropt
- hebt gedropt
- heeft gedropt
- hebben gedropt
- hebben gedropt
- hebben gedropt
v.v.t.
- had gedropt
- had gedropt
- had gedropt
- hadden gedropt
- hadden gedropt
- hadden gedropt
o.t.t.t.
- zal droppen
- zult droppen
- zal droppen
- zullen droppen
- zullen droppen
- zullen droppen
o.v.t.t.
- zou droppen
- zou droppen
- zou droppen
- zouden droppen
- zouden droppen
- zouden droppen
en verder
- ben gedropt
- bent gedropt
- is gedropt
- zijn gedropt
- zijn gedropt
- zijn gedropt
diversen
- drop!
- dropt!
- gedropt
- droppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for droppen:
Related Words for "droppen":
Related Definitions for "droppen":
English
Detailed Translations for drop from English to Dutch
drop:
-
to drop (omit)
-
to drop (collapse; crash down)
-
to drop (tumble; fall; trip up)
-
to drop (sink; fall; tumble)
-
to drop (dismiss; discharge; fire; lay off; release; sack)
-
to drop (drip; trickle; pitter)
-
to drop (put someone off; put down)
-
to drop (dismiss)
-
to drop (throw off; cast)
-
to drop (topple)
-
to drop (shrink; diminish; decrease; reduce; shrivel up; shrink back; dwindle; lessen; shrivel; go down; shrink away)
-
to drop
– To remove an association or connection. 3
Conjugations for drop:
present
- drop
- drop
- drops
- drop
- drop
- drop
simple past
- dropped
- dropped
- dropped
- dropped
- dropped
- dropped
present perfect
- have dropped
- have dropped
- has dropped
- have dropped
- have dropped
- have dropped
past continuous
- was dropping
- were dropping
- was dropping
- were dropping
- were dropping
- were dropping
future
- shall drop
- will drop
- will drop
- shall drop
- will drop
- will drop
continuous present
- am dropping
- are dropping
- is dropping
- are dropping
- are dropping
- are dropping
subjunctive
- be dropped
- be dropped
- be dropped
- be dropped
- be dropped
- be dropped
diverse
- drop!
- let's drop!
- dropped
- dropping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for drop:
Related Words for "drop":
Synonyms for "drop":
Antonyms for "drop":
Related Definitions for "drop":
Wiktionary Translations for drop:
drop
Cross Translation:
verb
drop
-
-
-
to eject, remove, dismiss
- drop → verwijderen; uitstoten
-
to fail to pronounce
- drop → laten vallen
-
to decrease in value
- drop → dalen
-
to allow to fall from one's grasp
- drop → laten vallen
-
to fall
- drop → vallen
noun
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drop | → stort; val | ↔ Sturz — heftiger Fall auf den Boden |
• drop | → vallen | ↔ fallen — auf einen niedrigeren Wert sinken |
• drop | → vallen | ↔ fallen — unkontrolliert von oben nach unten bewegen (durch die Gravitation) |
• drop | → kelderen | ↔ purzeln — bezogen auf Preise oder Kurse: schnell und kräftig fallen |
• drop | → zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van | ↔ abdiquer — renoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions. |
• drop | → afschaffen; afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen; afzeggen | ↔ annuler — rendre nul. |
• drop | → val | ↔ chute — Traductions à trier suivant le sens |
• drop | → druppel | ↔ goutte — Très petite quantité d’un liquide qui se détache avec une forme sphérique. (Sens général). |
• drop | → traan | ↔ larme — goutte du liquide sécréter par les glandes lacrymales situées à coté de chaque œil. |
• drop | → vallen | ↔ tomber — Être entraîné de haut en bas par son poids |