Dutch
Detailed Translations for inenten from Dutch to English
inenten:
-
inenten (inoculeren; vaccineren)
Conjugations for inenten:
o.t.t.
- ent in
- ent in
- ent in
- enten in
- enten in
- enten in
o.v.t.
- entte in
- entte in
- entte in
- entten in
- entten in
- entten in
v.t.t.
- ben ingeënt
- bent ingeënt
- is ingeënt
- zijn ingeënt
- zijn ingeënt
- zijn ingeënt
v.v.t.
- was ingeënt
- was ingeënt
- was ingeënt
- waren ingeënt
- waren ingeënt
- waren ingeënt
o.t.t.t.
- zal inenten
- zult inenten
- zal inenten
- zullen inenten
- zullen inenten
- zullen inenten
o.v.t.t.
- zou inenten
- zou inenten
- zou inenten
- zouden inenten
- zouden inenten
- zouden inenten
en verder
- is ingeënt
- zijn ingeënt
diversen
- ent in!
- ent in!
- ingeënt
- inentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inenten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
inject | inenten; inoculeren; vaccineren | injecteren; inspuiten; spuiten |