Dutch
Detailed Translations for potig from Dutch to English
potig:
Translation Matrix for potig:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
heavyset | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | |
hefty | flink; fors; potig; stevig | grof; grofgebouwd; lomp; ruw |
massive | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | heftig; hevig; intens; lastig; massaal; massale; massief; moeilijk; niet hol; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar |
stout | flink; fors; potig; stevig | corpulent; degelijk; dik; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; gezet; krachtdadig; krachtig; lijvig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vetlijvig; zwaarlijvig |
sturdy | flink; fors; potig; stevig | ferm; fiks; flink; fors; forse; massief; niet hol; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
heavily built | fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd | massief; niet hol |
powerfully built | flink; fors; potig; stevig |