Dutch

Detailed Translations for terstond from Dutch to English

terstond:

terstond adv

  1. terstond (aanstonds; direct)
    shortly; soon
    – in the near future 1
    • shortly adv
      • the book will appear shortly1
    • soon adv
      • the doctor will soon be here1
  2. terstond (meteen; onmiddellijk; direct; gelijk; dadelijk)

Translation Matrix for terstond:

AdverbRelated TranslationsOther Translations
at once dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond abrupt; eensklaps; ineens; ogenblikkelijk; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; op staande voet; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; prompt; subiet
before long aanstonds; direct; terstond binnenkort; straks; weldra
directly dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht
first thing aanstonds; direct; terstond
forthwith aanstonds; direct; terstond bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast
immediately aanstonds; dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond ogenblikkelijk; onverwijld; prompt; subiet
instantly aanstonds; dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond ogenblikkelijk
now dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond heden; momenteel; nou; nu; op dit moment; op het moment; tegenwoordig; thans
presently aanstonds; direct; terstond momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig; van het ogenblik; voor het moment
shortly aanstonds; direct; terstond binnenkort; straks; weldra
soon aanstonds; direct; terstond binnenkort; direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; later; spoedig; straks; weldra; zometeen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
right now dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond momenteel; nu; op het moment; op staande voet; thans

Wiktionary Translations for terstond:

terstond
adverb
  1. onmiddellijk, meteen
  2. zo, aanstonds

Cross Translation:
FromToVia
terstond soon; immediate gleich — zeitliche Nähe; meist nahe Zukunft
terstond immediate; prompt; immediately; forthwith; at once unverzüglich — sofort, ohne Aufschub, ohne schuldhaftes Zögern