Noun | Related Translations | Other Translations |
assignment
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
aanwijzing; bevelschrift; consigne; dwangbevel; gunning; instructie; opdracht; order; taak; toewijzing; voorschrift
|
list
|
lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje
|
ledenlijst; legerlijst; lijst; opnoeming; opsomming; register; slagzij; staat; tabel; tafel
|
problem
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
complicatie; geval; interpellatie; knik; kwestie; probleem; probleemgeval; strubbeling; vraag; vraagstuk
|
problematical case
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
geval; ingewikkeldheid; moeilijkheid; probleem; probleemgeval
|
problems
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
beroeringen; defecten; kwesties; moeilijkheden; narigheden; ongemakken; ongerieven; problematiek; problemen; sores; zorgen
|
question
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
geval; interpellatie; issue; kwestie; probleem; punt; vraag; vraagstuk; zaak
|
record
|
lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje
|
album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lp; optekening; plaat; rapport; record; reportage; schijf; verhaal; verslag; weergave
|
report
|
lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje
|
aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgave; opschrijving; opstel; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad; weergave
|
statement
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
aangifte; aantekening; bankafschrift; bekendmaking; bericht; bevestiging; beweren; bewering; boodschap; constatering; declaratie; financieel overzicht; frase; gewag; gezegde; instructie; lijst; mededeling; melding; meningsuiting; noot; notitie; opgave; opheldering; opnoeming; opschrijving; opsomming; overzicht; proces verbaal; rapport; rekeningoverzicht; relaas; staat; statement; stelling; tijding; toelichting; uitdrukking; uitlating; uitlegging; uitspraak; vaststelling; verklaring; vermelding; verwittiging; zegswijze; zin
|
summary
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
excerpt; extract; lijst; opnoeming; opsomming; resumé; samenvatting; staat; uittreksel
|
task
|
kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte
|
arbeid; ingewikkeldheid; job; karwei; karweitje; klusje; moeilijkheid; probleem; schoolopdracht; taak
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
list
|
|
boeken; een lijst maken; erbij zeggen; noemen; noteren; opnemen in een lijst; opnoemen; opschrijven; opsommen; optekenen; registreren; vastleggen; vermelden
|
question
|
|
aanvechten; aarzelen; bestrijden; betwisten; doorvragen; doorzagen; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen
|
record
|
|
aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen
|
report
|
|
berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
|