Summary
Dutch to English: more detail...
- bestuderen:
-
Wiktionary:
- bestuderen → study, investigate, explore
- bestuderen → study
Dutch
Detailed Translations for bestuderen from Dutch to English
bestuderen:
-
bestuderen
Conjugations for bestuderen:
o.t.t.
- bestudeer
- bestudeert
- bestudeert
- bestuderen
- bestuderen
- bestuderen
o.v.t.
- bestudeerde
- bestudeerde
- bestudeerde
- bestudeerden
- bestudeerden
- bestudeerden
v.t.t.
- heb bestudeerd
- hebt bestudeerd
- heeft bestudeerd
- hebben bestudeerd
- hebben bestudeerd
- hebben bestudeerd
v.v.t.
- had bestudeerd
- had bestudeerd
- had bestudeerd
- hadden bestudeerd
- hadden bestudeerd
- hadden bestudeerd
o.t.t.t.
- zal bestuderen
- zult bestuderen
- zal bestuderen
- zullen bestuderen
- zullen bestuderen
- zullen bestuderen
o.v.t.t.
- zou bestuderen
- zou bestuderen
- zou bestuderen
- zouden bestuderen
- zouden bestuderen
- zouden bestuderen
diversen
- bestudeer!
- bestudeert!
- bestudeerd
- bestuderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bestuderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
study | artsenpraktijk; cursus; kursus; leergang; oefenstuk; praktijk; studeerkamer; studeervertrek; studie; werkkamer | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
study | bestuderen | aanleren; blokken; eigen maken; instuderen; leerstof erin stampen; leren; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; onderzoeken; oppikken; opsteken; studeren; verwerven; vossen |
- | studeren |
Synonyms for "bestuderen":
Related Definitions for "bestuderen":
Wiktionary Translations for bestuderen:
bestuderen
Cross Translation:
verb
bestuderen
-
er een studie over maken
- bestuderen → study
verb
-
to inquire into, study
-
to examine or investigate something systematically
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestuderen | → study | ↔ étudier — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: