Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: gekrakeel

Dutch and English Translation Search Results for gekrakeel

Summary

Dutch to English: more detail...

gekrakeel:
- arguing; wrangling; quarreling; squabbling; bickering; quibbling
Wiktionary:
- gekrakeel → raucous, bickering
- gekrakeel → bickering

Dutch

Detailed Translations for gekrakeel from Dutch to English

gekrakeel:

gekrakeel [het ~] noun

het gekrakeel (geruzie; gebakkelei; gehakketak; gekif)
the arguing; the wrangling; the quarreling; the squabbling; the bickering; the quibbling
- arguing [the ~] noun
- wrangling [the ~] noun
- quarreling [the ~] noun
- squabbling [the ~] noun
- bickering [the ~] noun
- quibbling [the ~] noun

Translation Matrix for gekrakeel:

Noun	Related Translations	Other Translations
arguing	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie	geargumenteer; gemuggezift; geredeneer; haarkloverij; ruzie maken
bickering	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie	gekibbel
quarreling	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie
quibbling	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie	geargumenteer; gemuggezift; geredeneer; haarkloverij; moeilijk doen
squabbling	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie	geharrewar; gekibbel
wrangling	gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geruzie	gekijf

Wiktionary Translations for gekrakeel:

gekrakeel

noun

lawaai ontstaan door onenigheid
- gekrakeel → raucous; bickering

gekrakeel

present participle of bicker
- bickering → gekrakeel