Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: aangrenzen

Dutch and English Translation Search Results for aangrenzen

Summary

Dutch to English: more detail...

aangrenzen:
- Wiktionary:
  aangrenzen → juxtapose

Dutch

Detailed Translations for aangrenzen from Dutch to English

aangrenzen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

aan: to; on; upon; at; in; up; onto
grenzen: border; verge on; border on; be adjacent to; limits
grens: boundary; restriction; frontier; border; limit; boundary line; limiting value; limiting factor; line of demarcation; utmost; extreme; last-ditch; bound

Spelling Suggestions for: aangrenzen

aangrenzend; grenzen; afgrenzen; aangrepen; aangroeien; aangeprezen; aangroeiden; aangrijpen; aangewezen; aangeblazen

Wiktionary Translations for aangrenzen:

Cross Translation:

From	To	Via
• aangrenzen	→ juxtapose	↔ jouxter — procédure\|fr Être proche de.

External Machine Translations: