Dutch
Detailed Translations for flauwvallen from Dutch to English
flauwvallen:
-
flauwvallen (wegraken)
Conjugations for flauwvallen:
o.t.t.
- val flauw
- valt flauw
- valt flauw
- vallen flauw
- vallen flauw
- vallen flauw
o.v.t.
- viel flauw
- viel flauw
- viel flauw
- vielen flauw
- vielen flauw
- vielen flauw
v.t.t.
- ben flauwgevallen
- bent flauwgevallen
- is flauwgevallen
- zijn flauwgevallen
- zijn flauwgevallen
- zijn flauwgevallen
v.v.t.
- was flauwgevallen
- was flauwgevallen
- was flauwgevallen
- waren flauwgevallen
- waren flauwgevallen
- waren flauwgevallen
o.t.t.t.
- zal flauwvallen
- zult flauwvallen
- zal flauwvallen
- zullen flauwvallen
- zullen flauwvallen
- zullen flauwvallen
o.v.t.t.
- zou flauwvallen
- zou flauwvallen
- zou flauwvallen
- zouden flauwvallen
- zouden flauwvallen
- zouden flauwvallen
diversen
- val flauw!
- valt flauw!
- flauwgevallen
- flauwvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for flauwvallen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
faint | bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm | |
swoon | bedwelming; flauwte; katzwijm; versuffing; zwijm | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
conk out | flauwvallen; wegraken | |
faint | flauwvallen; wegraken | in katzwijm vallen; zwijmelen |
have a fainting fit | flauwvallen; wegraken | |
swoon | flauwvallen; wegraken | in katzwijm vallen; zwijmelen |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
faint | afgedempt; bleek; bleekjes; flauw; flauwtjes; flets; gedempt; halfluid; laf; mistig; nevelachtig; niet helder; onduidelijk; onhelder; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; wee; ziekelijk; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes |
Wiktionary Translations for flauwvallen:
flauwvallen
flauwvallen
Cross Translation:
verb
-
to lose consciousness
-
to faint
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flauwvallen | → faint | ↔ s’évanouir — Perdre connaissance |
External Machine Translations: