Verb | Related Translations | Other Translations |
activate
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
aanmoedigen; aansporen; aanzetten; activeren; animeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren
|
awake
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren
|
excite
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
aanmoedigen; aansporen; aanzetten; activeren; bezielen; oppeppen; opvrijen; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
|
freshen
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
|
generate
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
tot stand brengen; voor elkaar krijgen
|
reactivate
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
|
recover
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
bekomen; beteren; genezen; gezond worden; helen; herstellen; herwinnen; terugwinnen; zich hervinden
|
refresh
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
hernieuwen; opfrissen; opnieuw doen; overdoen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; vernieuwen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
|
revive
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
bekomen; herleven; opfrissen; opleven; verfrissen; verkwikken; verlevendigen; weer krachtig worden; zich hervinden
|
rouse
|
activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
|
aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden
|