Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. updaten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for updaten from Dutch to English

updaten:

updaten verb

  1. updaten (bijwerken)
    to update; to modify; to touch up; to improve
    • update verb (updates, updated, updating)
    • modify verb (modifies, modified, modifying)
    • touch up verb (touches up, touched up, touching up)
    • improve verb (improves, improved, improving)

Translation Matrix for updaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
update update; updatepakket
VerbRelated TranslationsOther Translations
improve bijwerken; updaten afmaken; beter worden; beteren; bijschaven; bijwerken; completeren; corrigeren; erop vooruit gaan; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; perfectioneren; progressie maken; renoveren; repareren; verbeteren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vorderen
modify bijwerken; updaten amenderen; herzien; modificeren; nuanceren; omwerken; veranderen; wijzigen
touch up bijwerken; updaten bijwerken; retoucheren
update bijwerken; updaten bijwerken

Wiktionary Translations for updaten:

updaten
verb
  1. informatica|nld actueler maken