Dutch
Detailed Translations for -loos from Dutch to English
loos:
-
loos (zoekgeraakt)
-
loos (zonder taak; vrij)
-
loos (ongevuld; leeg; ijdel)
Translation Matrix for loos:
Related Words for "loos":
-loos form of lozen:
Conjugations for lozen:
o.t.t.
- loos
- loost
- loost
- lozen
- lozen
- lozen
o.v.t.
- loosde
- loosde
- loosde
- loosden
- loosden
- loosden
v.t.t.
- heb geloosd
- hebt geloosd
- heeft geloosd
- hebben geloosd
- hebben geloosd
- hebben geloosd
v.v.t.
- had geloosd
- had geloosd
- had geloosd
- hadden geloosd
- hadden geloosd
- hadden geloosd
o.t.t.t.
- zal lozen
- zult lozen
- zal lozen
- zullen lozen
- zullen lozen
- zullen lozen
o.v.t.t.
- zou lozen
- zou lozen
- zou lozen
- zouden lozen
- zouden lozen
- zouden lozen
en verder
- ben geloosd
- bent geloosd
- is geloosd
- zijn geloosd
- zijn geloosd
- zijn geloosd
diversen
- loos!
- loost!
- geloosd
- lozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
lozen (spuien)
Translation Matrix for lozen:
Wiktionary Translations for -loos:
Related Translations for -loos
English
Detailed Translations for -loos from English to Dutch
loos:
Synonyms for "loos":
Loos:
Translation Matrix for Loos:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Adolf Loos |