Summary
Dutch
Detailed Translations for minzaamheid from Dutch to English
minzaam:
-
minzaam (genegenheid opwekkend; innemend; charmant)
Translation Matrix for minzaam:
Noun | Related Translations | Other Translations |
taking | afzetten; amputatie; amputeren; arresteren; bemachtiging; grijpen; inneming; wegnemen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
affable | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam | |
amiable | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam | aimabel; bekoorlijk; beminnelijk; charmant; lief |
benign | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam | |
bland | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam | bleek; flauw; flets; karakterloos; laf; poeslief; slap; smakeloos; stijlloos; verschoten; zonder karakter; zonder zout; zoutloos |
friendly | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam | aimabel; amicaal; bekoorlijk; bevriend; charmant; gemoedelijk; joviaal; kameraadschappelijk; vriendelijke; vriendschappelijk |
taking | charmant; genegenheid opwekkend; innemend; minzaam |
Related Words for "minzaam":
Wiktionary Translations for minzaamheid:
minzaamheid
noun
-
being gentle
External Machine Translations: