Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dagboek:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for dagboek:
    • dairy


Dutch

Detailed Translations for dagboek from Dutch to English

dagboek:

dagboek [het ~] noun

  1. het dagboek (journaal)
    the diary; the journal; the logbook; the log
  2. het dagboek (journaal)
    the journal
    – A chronological list of transactions, in the form of debits and credits, for a particular account or group of accounts, such as sales or cash disbursements. 1

Translation Matrix for dagboek:

NounRelated TranslationsOther Translations
diary dagboek; journaal
journal dagboek; journaal bericht; blaadje; blad; journaal; logboek; maandblad; magazine; nieuwsjournaal; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
log dagboek; journaal blok hout; brandhout; houtblok; logboek
logbook dagboek; journaal logboek
VerbRelated TranslationsOther Translations
log loggen

Related Words for "dagboek":

  • dagboeken, dagboekje, dagboekjes

Wiktionary Translations for dagboek:

dagboek
noun
  1. een boek waarin men dagelijks zijn wederwaardigheden neerschrijft
dagboek
noun
  1. daily log of experiences

Cross Translation:
FromToVia
dagboek diary; newspaper; daily paper; journal; daily newspaper; gazette; magazine; periodical journaldocument qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.
dagboek daybook main courante — Registre