English
Detailed Translations for passioneel from English to Dutch
passioneel: (*Using Word and Sentence Splitter)
- passion: overgave; gloed; vurigheid; hartstochtelijkheid; vuur; passie; hartstocht; inzet; trouw; toewijding; genegenheid; ijver; zorgzaamheid; devotie; toegewijdheid; genoegen; genot; drift; wellust; plezier; pret; leut; jool; gevoel; sentiment; obsessie; bezetenheid; seksuele begeerte; lust; begeerte; heftig verlangen
- eel: paling; aal