Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. garnituur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for garnituur from Dutch to English

garnituur:

garnituur [het ~] noun

  1. het garnituur (gerechtsdecoratie)
    the garniture; the trimmings

Translation Matrix for garnituur:

NounRelated TranslationsOther Translations
garniture garnituur; gerechtsdecoratie
trimmings garnituur; gerechtsdecoratie franje; garneringen; versiering van rafels; versieringen

Related Words for "garnituur":

  • garnituren, garnituurtje, garnituurtjes

Wiktionary Translations for garnituur:


Cross Translation:
FromToVia
garnituur fittings; kit; tackle; trimmings; accoutrements garniture — Traductions à trier suivant le sens