Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toekomend:
  2. toekomen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toekomend from Dutch to English

toekomend:


Translation Matrix for toekomend:

NounRelated TranslationsOther Translations
coming aankomen; aankomst; arriveren; in aantocht; komen; komst; nadering
future toekomst; toekomsten; vervolg; voorland; voortzetting
next daaropvolgend
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
coming aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aanstaande; eerstvolgend; komend
future aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
intended aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige beoogd; expres; intentioneel; met opzet; opzettelijk; voorgenomen
prospective aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
would-be aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
AdverbRelated TranslationsOther Translations
next later; straks; zometeen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
meant aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige bedoeld
next aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aanstaande; daarna; eerstvolgend; hierna; hierop; komend; later; naderhand; nadien; navolgend; onderstaande; vervolgens; volgend; volgende
will-be aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Wiktionary Translations for toekomend:


Cross Translation:
FromToVia
toekomend future futur — Qui concerne l’avenir, qui se produira dans l'avenir.

toekomend form of toekomen:

toekomen verb (kom toe, komt toe, kwam toe, kwamen toe, toegekomen)

  1. toekomen (verdiend hebben; toekomen aan)
    to deserve; be deserving of
  2. toekomen (ten deel vallen; toevallen)
    to accrue to; to fall to
    • accrue to verb (accrues to, accrued to, accruing to)
    • fall to verb (falls to, fell to, falling to)

Conjugations for toekomen:

o.t.t.
  1. kom toe
  2. komt toe
  3. komt toe
  4. komen toe
  5. komen toe
  6. komen toe
o.v.t.
  1. kwam toe
  2. kwam toe
  3. kwam toe
  4. kwamen toe
  5. kwamen toe
  6. kwamen toe
v.t.t.
  1. heb toegekomen
  2. hebt toegekomen
  3. heeft toegekomen
  4. hebben toegekomen
  5. hebben toegekomen
  6. hebben toegekomen
v.v.t.
  1. had toegekomen
  2. had toegekomen
  3. had toegekomen
  4. hadden toegekomen
  5. hadden toegekomen
  6. hadden toegekomen
o.t.t.t.
  1. zal toekomen
  2. zult toekomen
  3. zal toekomen
  4. zullen toekomen
  5. zullen toekomen
  6. zullen toekomen
o.v.t.t.
  1. zou toekomen
  2. zou toekomen
  3. zou toekomen
  4. zouden toekomen
  5. zouden toekomen
  6. zouden toekomen
en verder
  1. ben toegekomen
  2. bent toegekomen
  3. is toegekomen
  4. zijn toegekomen
  5. zijn toegekomen
  6. zijn toegekomen
diversen
  1. kom toe!
  2. komt toe!
  3. toegekomen
  4. toekomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toekomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accrue to ten deel vallen; toekomen; toevallen
be deserving of toekomen; toekomen aan; verdiend hebben
deserve toekomen; toekomen aan; verdiend hebben
fall to ten deel vallen; toekomen; toevallen aanpakken; behoren; grijpen; ingrijpen; toebehoren; toegrijpen; toetasten; zich bedienen